Interview met Jandirk Hoekstra
supervisor van project Fabriekskwartier
Van origine is hij landschapsarchitect. In het verleden hield hij zich ook bezig met muziek, theater en cultuur. Als directeur en adviseur van H+N+S Landschapsarchitecten leidde hij tal van projecten op het gebied van water, ruimte, landschapsontwikkeling en duurzaamheid. Toen anderhalf jaar geleden Fabriekskwartier op zijn pad kwam, stapte Jandirk Hoekstra in als supervisor voor de ontwikkeling ervan.
Wat houdt die rol in?
Formeel ben ik de initiator, stimulator en inspirator van het project. De aanjager dus. Ik moet zorgen dat de plannen voor het geheel en de onderdelen met elkaar kloppen. Ik breng de ontwerpers bij elkaar, zorg voor een inspirerende werksfeer, adviseer en hak knopen waar nodig.
Tot nu toe deed je vooral hele grote projecten. Waarom dan nu Fabriekskwartier?
Tja, hoe lopen die dingen hè. Fabriekskwartier is inderdaad van een heel ander schaalniveau dan ik meestal doe. Hoewel ik als directeur van H+N+S vaak zijdelings betrokken was bij kleinere projecten. Maar nooit in een rol als supervisor. Uiteindelijk heb ik toch wel enthousiast ‘ja’ gezegd tegen deze klus.
Wat trok je zo aan in Fabriekskwartier?
Het is concreet. En ik vind het intensiveren van bestaand stedelijk gebied, als perspectief voor de bestaande woningvoorraad, hartstikke belangrijk. Er ligt al zoveel druk op het buitengebied. Als je zoiets tegen alles en iedereen roept, dan moet je ook de daad bij het woord voegen. En ja, als de kans zich dan voordoet, wil ik ook wel aan de knoppen kunnen draaien.
Een tweede aspect dat mij aantrok waren de ambities voor Fabriekskwartier. Vooral de rol van de buitenruimte en de bestaande groenstructuur in relatie tot de architectuur. Triborgh heeft hoge ambities op dat punt. Met mijn ervaring in de landschapsarchitectuur zie ik het als een mooie uitdaging om dat uitgangspunt overeind te houden.
Zie je binnen Fabriekskwartier overeenkomsten met hele grote landschapsprojecten?
Dé grote overeenkomst tussen alle projecten, groot of klein, is de compositie van het geheel. Die moet kloppen. In zo’n plan spelen zaken als hydrologie, veiligheid, energie, ecologie en de buurt als sociale omgeving. Om dat goed te krijgen moeten de verschillende invalshoeken bij elkaar worden gebracht in een kloppend geheel.
Welke uitdagingen zie je nog meer?
Dat zijn er best wel een aantal. Maar vergis je niet, ik houd van uitdagingen. Ze bieden kansen en dat maakt het interessant. Een ervan is de beeldtaal binnen Fabriekskwartier en ook de differentiatie in laag-, middel- en hoogbouw. Dat in combinatie met het robuuste karakter en de stoere uitstraling, waarin we juist ook weer een dosis subtiliteit willen leggen. Dat moet allemaal op elkaar afgestemd worden. Het is ontzettend leuk om samen met de vijf architectenbureaus en het stedenbouwkundig bureau (dat ook de inrichting van de buitenruimte ontwerpt) te komen tot een mooie compositie.
Verder ligt in het duurzame karakter van Fabriekskwartier een behoorlijke uitdaging. Energieneutraal, de waterhuishouding op orde, daar liggen ambitieuze doelstellingen onder. Zo moet Fabriekskwartier een regenbui van 60 millimeter kunnen bergen. Dergelijke doelstellingen moeten we echt realiseren. Dat zal soms ongetwijfeld leiden tot creatieve en onorthodoxe oplossingen.
Kun je een voorbeeld geven?
Nou, we willen bijvoorbeeld zowel ‘groene’ daken, terwijl we datzelfde dak ook nodig hebben om energie te winnen met behulp van zonnecollectoren. Kan dat allebei tegelijk? Dat vraagt om een behoorlijke dosis creativiteit. En je zult misschien aanvullende voorwaarden moeten stellen. Gelukkig is Tilburg op dat vlak een heel vooruitstrevende stad. Ze stellen hoge eisen aan dergelijke ontwikkelingen en bieden daardoor juist veel ruimte om ze te ontwikkelen.
Je had het over kansen, noem er eens een paar
Het begint al met de locatie natuurlijk. Fabriekskwartier wordt een prettige woonplek. Dichtbij het centrum aan de mooie royale buitenruimtestructuur van de Piushaven en het kanaal. Die mix van oud en nieuw, de verschillende milieus. Dat kloppend zien te krijgen, zowel op gebied van architectuur en buitenruimte en dan ook nog sociale cohesie voor elkaar krijgen. Fabriekskwartier streeft er dan ook naar dat bewoners zich verantwoordelijk voelen voor hun directe omgeving. Dat er een goed gemêleerde buurt ontstaat die past bij dit stadskwartier.
Hoe zorg je ervoor dat de beloftes van nu daadwerkelijk gerealiseerd worden?
Weet je, we zullen gaandeweg het proces ongetwijfeld ergens water bij de wijn moeten doen. Maar hoe dan ook: de hoofdzaken moeten overeind blijven. Dat gaat om buitenruimte, een bescheiden rol voor de auto, de differentiatie tussen hoog- en laagbouw, et cetera. Je wilt immers dat het over twintig jaar nog steeds klopt. En dat gaat zeker lukken.
Als je straks terugkijkt op dit project, waarmee ben je dan tevreden?
Dat er straks een groep enthousiaste bewoners met heel veel plezier het Fabriekskwartier als hun omgeving benutten. Dat ze er veel lol aan beleven. En dat Fabriekskwartier daarnaast een mooie bijzonder wijk is in het palet van nieuwe Tilburgse ontwikkelingen. Een buurt die als voorbeeld kan dienen voor de rest van Nederland.
En tenslotte hoop ik dat we als team kunnen terugkijken op een geslaagde missie. Zodat iedereen dit project straks met veel trots op hun website plaatst. Dat we het enthousiasme dat we nu aan de dag leggen vasthouden. En dat we terug kunnen kijken met een gevoel van: ‘Wow, die zaken hebben we écht slim opgelost.’