De eerste schetsen

De eerste schetsen

van Fabriekskwartier zijn in de maak

Een dag op stap met een groep architecten is een bijzondere beleving. Termen als ‘verdichting’, ‘gestapeld’ en ‘doorkijkjes’ vliegen je om de oren. Achter dit jargon gaat een wereld schuil van vakidioten die al enthousiast worden van patronen in het metselwerk. Bij nader inzien blijken juist die details het verschil te maken tussen een ‘gebouw’ en een ‘thuis’.

Het is half tien in de ochtend. Architecten, stedenbouwkundigen en andere ontwikkelaars van Fabriekskwartier stappen op de fiets voor een inspiratietocht door Tilburg. Bij de tussenstops ontspint zich een gesprek over het hoe en waarom van die betreffende plek. Waarom juist gekozen is voor dit type sierbestrating, deze parkeeroplossing, of de invulling van de openbare ruimte. Vragen als ‘Wat doet een bepaalde keuze met de uiteindelijke bewoners?’ en ‘Wordt alles wat aan de tekentafel bedacht is, wel op die manier gebruikt?’ komen aan de orde.

De eerste schetsen

Hagen

en vensterbanken

“Wat doet die haag hier?” vraagt een van hen zich af als we stoppen bij een klein woonwijkje aan de Goirkezijstraat. “Zou het voor de beleving van deze plek niet beter zijn geweest als die achterwege was gebleven?” Een ander oppert dat de haag juist de aansluiting naar het gebied aan de achterzijde markeert en het geheel daardoor versterkt. Op het Erasterrein gaat de discussie verder. De verlaten binnenruimte met onkruid tussen de stenen toont aan dat het beoogde gemeenschappelijk gebruik hier niet echt van de grond is gekomen. Ook de ‘vensterbanken’ (brede raamdorpels, bedoeld om op te gaan zitten) liggen er troosteloos bij. Wel hebben de bewoners hier een eigen invulling aan gegeven door ‘echte’ houten bankjes te plaatsen. Even verderop roept het Clarissenhof veel ‘aah’s’ en ‘ooh’s’ op. “Hè, is dit nieuw? Ik dacht eerder aan een getransformeerd klooster.” Het is dan ook een typisch Tilburgs project. De opzet is wezenlijk anders dan een standaard woonwijk. Maar dat blijkt hier juist te werken.

Openbare

ruimte

Gedurende de ochtend ontwikkelt zich een rode draad: gemeenschappelijke ruimtes die oorspronkelijk voor iedereen toegankelijk waren, zijn afgesloten door een ijzeren hek.

Het zet de groep aan het denken want ook Fabriekskwartier moet een gebied worden waar iedereen vrij doorheen mag. “Doe maar niet te veel openbare ruimte, voor je het weet staat er een hek”, grapt iemand.

De eerste schetsen
De eerste schetsen

Schetsen

Na de lunch komen de plannen op tafel. Grote ambachtelijk getekende vellen met een deelplattegrond van Fabriekskwartier. Een van de architectenbureaus presenteert ideeën voor de woontoren. Nooit geweten dat je zoveel varianten kunt bedenken op één gebouw. “Ach, enkele snelle schetsjes”, aldus de ontwerper van dienst. Waar de ene architect een model als ‘meedogenloos’ kwalificeert, wordt een ander er juist door getriggerd. Opvallend is het watertoren-achtige model, dat uiteraard prima aansluit bij de Tilburgse skyline. De schetsen worden van alle kanten beoordeeld. Bewoners van Fabriekskwartier zullen de wijk straks immers heel anders zien en beleven dan passanten of bezoekers.

De eerste schetsen

Verwondering

om elke hoek

Verder wordt gesproken over parkeeroplossingen, over ‘daken met potentie’, groene ruimtes en sfeervolle steegjes. Met behulp van enkele lijnen op kalkvellen ontstaat zomaar een nieuwe indeling. “We willen verwondering om elke hoek”, mengt Triborgh zich in de brainstorm. Een mogelijk issue over de geluidsbelasting van een aangrenzend bedrijf leidt tot een ellenlange discussie. “Meten is weten”, is uiteindelijk de conclusie. Tenslotte bedenkt het team in blessuretijd een oplossing voor een horecapand. “Kan dat hier?” is de vraag bij een vierkant op een nieuw vel kalkpapier. “Zeker, en het past uitstekend op deze plek”, is de eensluidende conclusie na een inspiratievolle dag.